Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [201]hij zal de tenten van [202]zijn paleis planten tussen de zeeen [203]aan den berg des heiligen sieraads; en hij zal [204]tot zijn einde komen, en zal geen helper hebben. 201. De zin is: Als hij bezig zal zijn om het volk Gods uit te roeien, zo zal zijn ondergang komen, en niemand zal hem kunnen redden, maar hij zal een ellendig einde hebben. 202. Dat is, van zijn hof. Doch sommigen duiden dit op het afgodisch efodstuig van den Antichrist. Vergelijk Richt.17:5, enz. en Hos.3:4, met de aantekening. Verstaande zijn afgodische geestelijkheid en onreine afgoderij, waarvan Antiochus met zijn heidense afgoderij een voorbeeld was. 203. Of, op den berg, of tegen den berg, te weten den berg Zion, dat is Gods kerk. 204. Te weten tot het einde van zijn staat, dat over hem van God bestemd is.